Al millenia lang maken begrippen zoals god, heilige geschriften en spirituele overleveringen deel uit van het maatschappelijke leven.
Elke beschaving heeft op haar beurt opeenvolgende filosofieën en theorieën rond god, geestelijk leven of spiritualiteit opgesteld en generaties lang overgeleverd. Maar sommige culturen hebben een overlapping tussen het dagelijkse leven, hun godsdiensten en de achterliggende spirituele filosofieën ontwikkeld. Dikwijls zijn die ontwikkelingen gelinkt aan het verschijnen van een sturende en stuwende entiteit of persoonlijkheid.
Dit doet vragen rijzen over de oorsprong en bijgevolg reden van het ontstaan van een spirituele beweging die evolueert tot een geloofsovertuiging.
Heeft het spirituele in wezen iets gemeen met godsdienst? Waarom aanbidden zovele mensen een zogenaamd goddelijk opperwezen? Waarom vinden zij dat zelfs onontbeerlijk? Zijn er daadwerkelijke overeenkomsten tussen het spirituele, het geestelijke en godsdienst? Is het vooropgestelde verschil tussen wat goed en wat slecht is binnen deze drie eenduidig? Doen we er goed aan onze kinderen een godsbesef aan te leren? Of houden we het de dag van vandaag beter bij een meer bevattelijke spiritualiteit of filosofie? Is een godsbesef zelfs iets dat moet aangeleerd worden, of groeit dat spontaan vanuit het innerlijke voor ieder afzonderlijk? Kan men tegelijk diepgelovig zijn én ongebonden spiritueel ontwikkelen? Heeft de mens god nodig, of is het omgekeerd? En voor wie of wat worden godsdiensten in stand gehouden?
Allemaal gegronde vragen waar gedurende deze sessie dieper op ingegaan wordt.